Zwemmen. Elke week weer zwemmen om toch maar beetje figuur en conditie te houden.
Het conformistische gezaag over de kleedruimte met sauna-allures en gluurgaatjes, het kippenvelkoude water en dat we eigenlijk geen goesting hebben is intussen, na een goed jaar, allang voorbijgestreefd.
Evenals gelul over de welriekende toiletten, waar steeds de gegronde twijfel rijst of die nattigheid op de bril en op de grond nu zwembadwater dan wel, euh, je-weet-wel-water is.
Nee, op de toppen van je tenen boven de pot gaan hangen, met natte handen wc-papier nuttigen en daarna uw badpak terug op de goeie plaatsen wringen, is geen sinecure. En dat het koude water een signaal is aan uw nieren om extra werk te verzetten, kan het zwembadtoilettrauma alleen maar verergeren.
Sta mij toe de uitdrukking 'de laatste loodjes wegen het zwaarst' in deze zwembad-context eventjes ostentatief de dieperik in te zwieren en hardhandig de kop in te drukken zodat het ongenadig de verdrinkingsdood sterft. Fout, fout, fout! In het zwemmen zijn het de eerste loodjes die het zwaarst wegen. Trouwens, 'loodjes' en 'zwemmen' gaan sowieso al niet goed samen, wat de onderlegging van mijn stelling alleen maar ten goede kan komen. De eerste loodjes dus.
Om te beginnen moet je al héél hard op uw tanden bijten om niet kakelend als een kip zonder kop met kippenvel terug uit het water te springen, nadat je er, recht vanuit je kleedhokje met sauna-allures, bent ingesprongen. Voor alle duidelijkheid: we hebben betaald om te zwemmen en niet om een saunaatje met koud bad achteraf te doen.
Eenmaal je over dat eerste kippenmoment heen bent moet je ook nog zien dat je niet zinkt als een baksteen, want dat zou pas belachelijk zijn. Je bent niet voor niks in een zwembad of het zou voor een zelfmoordpoging moeten zijn, wat je overigens niet zou lukken met redders in je nabije omgeving. Meteen gaan zinken is dus in alle context belachelijk. Na een stomp in je maag of een duiker op je kop kun je het misschien nog eens proberen, als je dan toch per sé naar het zwembad komt om te zinken.
Maar ik wijk af. Ik ging het over zwemmen hebben. Deel 2 van de eerste loodjes is het ritme vinden, niet simpel in ijswater dat meteen al je spieren verkrampt. De mantra 'kikker-open-toe' inwendig afdreunen is bovendien nog niet genoeg, je moet afwisselen met 'bidden-vooruit-open'. Een hele opgave.
Maar na een baantje of 3-4-5 voelt het water geleidelijk niet zo koud meer aan en schakel je ongemerkt over op cruise control. Als je tenminste niet teveel denkt van amai, nog zoveel baantjes te doen, want dan zakt de moed je in de schoenen (wat je zinkbaarheidsfactor dan weer verhoogt).
Allemaal goed en wel, die cruise control, maar dan zijn er nog de externe beperkende factoren, onder de vorm van andere zwembadgebruikers. Terwijl je die ene kijk-mama-ik-verbreek-het-record-stilstaand-zwemmen-oetlul (die het bovendien op z'n hondjes doet) probeert voorbij te steken (rechts of links, in het zwembad gelden geen verkeersregels), moet je in allerijl zo'n zwembadpiraat die recht op je komt afgestevend ontwijken, en je dan ook nog eens tussen 2 kwebbelende zondagszwemsters wringen, en net wanneer je denkt weer een baantje overleefd te hebben, krijg je net geen springer op je kop. Door al dat geslalom wordt één baantje plots geen 25, maar 35 meter lang. Je eindigt gegarandeerd onevenwijdig met je startpunt.
En dat gaaaaat zo maar doooooor, baan na baan. Zwemmerdezwemmerdezwem. Ploeterdeploeter.
Hoe meer het einde (60 baantjes is het streefdoel) in zicht, hoe soepeler je je voortbeweegt, je zou eindeloos kunnen doorgaan, komaan, nog 2 extra, en nog 2, en... oei, straks is het Man Bijt Hond op teevee!
Dus je spurt naar de douches, pikt een handjevol shampoo van een argeloze medezwemmer (die zal het toch nooit doorhebben), en creëert een schuimkop die je nauwelijks nog wegkrijgt met die flauwe waterstralen die amper 20 seconden duren dus moet je elvendertig keer naar die doucheknop grijpen in het wilde weg, want je wilt geen prikkeprik in je ogen dus je knijpt ze dicht en als je ze toch opendoet komt er gegarandeerd een toefje schuim binnenkijken.
Einde van de lijdensweg? Nee! Eenmaal een min of meer proper kotje zonder gluurgaatjes te hebben gevonden, is de laatste hindernis het afdrogen. Probeer u maar eens droog te wrijven in zo'n vochtige omgeving!
Niets is zaliger om bij het buitenkomen de frisse lucht in te ademen. Beseffende dat je de chloordampen hebt overleefd, en wetende dat je sportief bent geweest en er weer voor een week vanaf bent.
De ultieme beloning volgt later op de avond: het onderdompelen in een aromatisch geurend warm bad met hydraterende bestanddelen, luilekker met een zacht muziekske en een boekske...
Gaan zwemmen is toch zo leuk. Een echte aanrader. Moet je ook eens doen. Maar liefst niet op dinsdagavond tussen 18 en 19u. in de Mimosa of in Zwevegem.
dinsdag, mei 10, 2005
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
En ook niet op dinsdag om 20.30u in de mimosa, want dan maak de bende van 4.5 het zwembad onveilig!
VeDe
Welk 'n bende...?
ikke nooit de moed om naar da zwembad te tsjolen... misschien toch maar 'ns duikje wagen? (om te kwebbelen en te (ver)zuipen achteraf...)
Een reactie posten