Vandaag weer op urbextocht getrokken. Je zou denken dat je snel avançeert op de autostrade, maar als er om de zoveel kilometer werken zijn waardoor je maar 60 of 80 meer mag rijden, dan is die snelheid die je anders mag halen (lees: onbeperkt) natuurlijk zo weer teniet gedaan.
De eerste halte was ECW, een groot gebouw waar het vanbinnen imposant en mooi is. Via de linkerkant betraden we het domein, waar we tot onze ontsteltenis zagen dat alle ramen ofwel te hoog, te gehekijzerwerkt of te toegemetst waren. Toegemetst, ja. Deuren, ramen: waar ze vroeger zaten zit nu een muur van witte stevige bakstenen. De Deutsche Gründlichkeit, weetjewel.
Het enige raam dat ons nog een mogelijkheid bood, was veel te veel in het zicht van de autowerkplaats er vlak naast. Een no-go dus.
Christophe wou het al opgeven, maar ik had nog één troef: mijn onschuldige gezichtje. "Pfff, dat gaat nooit lukken", repliceerde Christophe.
Dus na wat aarzelen stapte ik (via de andere kant, meer officieel) op één van de werknemers af, toonde mijn fototoestel, wees naar het gebouw en vroeg - in mijn beste schoolduits - of hij er een probleem mee had dat ik probeerde binnen te raken.
Hij gaf me daar een tirade van jewelste, ik kon niet vlug genoeg weglopen.
Grapje! Serieus nu - Duitsers zijn vriendelijke mensen.
Mijn hoop werd bewaarheid want hij antwoordde: "Alles is afgesloten, maar misschien kun je eens via die ramen of die deur daar proberen."
Mijn mond viel bijna open, dat hij zelfs nog aanwijzingen gaf!
Ik huppelde happy naar Christophe, en met ons gerief betraden we het domein, om er eens alle ramen die er niet zo uitzichtloos uitzagen als de andere, proberen te openen.
Het gaf een vreemd gevoel, zo duidelijk zichtbaar proberen binnen te breken :-)
Christophe moest telkens een verhoogje op de muur nemen om tegen de ramen te kunnen duwen. Op een gegeven moment kwam een van de werknemers zelfs naar ons toe: "probeer dat raam eens, ik denk dat dit moet lukken".
Maar tevergeefs, alles zat muurvast en met hangende pootjes moesten we afdruipen. Zo ver gereden, zo'n schone locatie, en mét onderlinge toestemming - dan doet het toch wel even pijn als het mislukt.
Intussen zweetten we ons te pletter: een drukkende 30° & going up, godzijdank voor de airco!
Op naar onze volgende stop dan maar, zo'n 50 km verderop:Solbad Wittekind. Deze was makkelijk, huppetee onder een houten afsluiting, tralala, en op het domein.
Ook hier bleken alle benedenramen dichtgemetseld te zijn. Toch was er de hoofddeur, waar gewoon het glas uit was. Christophe legde zijn gerief binnen en maakte zich klaar om door een kozijn te klimmen, toen ik op het lumineuze idee kwam om gewoon eens de klink te proberen. En wonder boven wonder: de deur ging nog open ook! :-)
Tja, op zo'n locatie is dat nu eenmaal geen evidentie, maar toch mag je er nooit vanuit gaan dat alles potdicht zit.
Jammer genoeg bleef er binnen de gebouwen bitter weinig van over, maar we hebben ons toch een paar uurtjes kunnen bezighouden, en vreemd genoeg nog het meest in de frisse kelders, met mooie lichtinvallen enzo.
Even verbazing toen we een aantal meisjes in zomerjurkjes op het domein zagen: die waren toch nooit onder die poort gekropen, er moest toch een andere ingang zijn?
Maar het was te warm om daar teveel over te piekeren en een andere in/uitgang te zoeken: wij huppetee weer onder de poort, tralala, terug naar de auto, en naar huisje.
Net onze pizza buitenverorberd, het is nog altijd 30°. Mooi weer is goed, maar voor mijn part mag het kwik toch iets lager liggen... Een doucheke zal deugd doen straks.
De eerste halte was ECW, een groot gebouw waar het vanbinnen imposant en mooi is. Via de linkerkant betraden we het domein, waar we tot onze ontsteltenis zagen dat alle ramen ofwel te hoog, te gehekijzerwerkt of te toegemetst waren. Toegemetst, ja. Deuren, ramen: waar ze vroeger zaten zit nu een muur van witte stevige bakstenen. De Deutsche Gründlichkeit, weetjewel.
Het enige raam dat ons nog een mogelijkheid bood, was veel te veel in het zicht van de autowerkplaats er vlak naast. Een no-go dus.
Christophe wou het al opgeven, maar ik had nog één troef: mijn onschuldige gezichtje. "Pfff, dat gaat nooit lukken", repliceerde Christophe.
Dus na wat aarzelen stapte ik (via de andere kant, meer officieel) op één van de werknemers af, toonde mijn fototoestel, wees naar het gebouw en vroeg - in mijn beste schoolduits - of hij er een probleem mee had dat ik probeerde binnen te raken.
Hij gaf me daar een tirade van jewelste, ik kon niet vlug genoeg weglopen.
Grapje! Serieus nu - Duitsers zijn vriendelijke mensen.
Mijn hoop werd bewaarheid want hij antwoordde: "Alles is afgesloten, maar misschien kun je eens via die ramen of die deur daar proberen."
Mijn mond viel bijna open, dat hij zelfs nog aanwijzingen gaf!
Ik huppelde happy naar Christophe, en met ons gerief betraden we het domein, om er eens alle ramen die er niet zo uitzichtloos uitzagen als de andere, proberen te openen.
Het gaf een vreemd gevoel, zo duidelijk zichtbaar proberen binnen te breken :-)
Christophe moest telkens een verhoogje op de muur nemen om tegen de ramen te kunnen duwen. Op een gegeven moment kwam een van de werknemers zelfs naar ons toe: "probeer dat raam eens, ik denk dat dit moet lukken".
Maar tevergeefs, alles zat muurvast en met hangende pootjes moesten we afdruipen. Zo ver gereden, zo'n schone locatie, en mét onderlinge toestemming - dan doet het toch wel even pijn als het mislukt.
Intussen zweetten we ons te pletter: een drukkende 30° & going up, godzijdank voor de airco!
Op naar onze volgende stop dan maar, zo'n 50 km verderop:Solbad Wittekind. Deze was makkelijk, huppetee onder een houten afsluiting, tralala, en op het domein.
Ook hier bleken alle benedenramen dichtgemetseld te zijn. Toch was er de hoofddeur, waar gewoon het glas uit was. Christophe legde zijn gerief binnen en maakte zich klaar om door een kozijn te klimmen, toen ik op het lumineuze idee kwam om gewoon eens de klink te proberen. En wonder boven wonder: de deur ging nog open ook! :-)
Tja, op zo'n locatie is dat nu eenmaal geen evidentie, maar toch mag je er nooit vanuit gaan dat alles potdicht zit.
Jammer genoeg bleef er binnen de gebouwen bitter weinig van over, maar we hebben ons toch een paar uurtjes kunnen bezighouden, en vreemd genoeg nog het meest in de frisse kelders, met mooie lichtinvallen enzo.
Even verbazing toen we een aantal meisjes in zomerjurkjes op het domein zagen: die waren toch nooit onder die poort gekropen, er moest toch een andere ingang zijn?
Maar het was te warm om daar teveel over te piekeren en een andere in/uitgang te zoeken: wij huppetee weer onder de poort, tralala, terug naar de auto, en naar huisje.
Net onze pizza buitenverorberd, het is nog altijd 30°. Mooi weer is goed, maar voor mijn part mag het kwik toch iets lager liggen... Een doucheke zal deugd doen straks.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten