Onze plannen waren lichtjes gewijzigd voor vandaag. We gingen eerst naar een verlaten chemie lab - niet heel groot (1 kleine ruimte), maar wel de moeite, en eens iets totaal anders dan de voorbije dagen.
Na een drietal kwartier rijden kwamen we aan. We zagen al meteen een open poort, die toegang bood tot het het domein, langsheen andere, niet-interessante, verlaten gebouwen.
Het lag langs een drukke straat, tegenover een winkelcomplex, maar in feite is het gewoon kwestie van "zo gewoon mogelijk" naar binnen te gaan. Niemand die het verdacht vindt, laat staan erop let.
Even verderop kwamen ons doel in zicht, maar opeens hoorden we achter ons, van achter de hoek, een auto oprijden. Zo snel als we konden sprongen we in de struiken, en gelukkig dat er struiken waren!
We maakten ons zo klein mogelijk terwijl de camionette de hoek omdraaide, waardoor we ons ook ietwat moesten verplaatsen om uit zicht te blijven.
In ons blikveld, quasi vlakbij ons, hield de witte camionette halt. Ook onze adem stokte - had hij iets gezien?
Maar nee, hij reed na enkele seconden - die wel uren leken te duren - gewoon voort. We konden opnieuw ademhalen. Luisteren. Even verderop bleef iets actief geluid maken - was het de motor van de camionette, of het geluid (generator of zo) dat we daarnet al hoorden?
We wachtten in spanning af, nog altijd verdoken tussen de struiken. Als we wilden, konden we nu ongezien vluchten, als de camionette niet terugreed tenminste. Tot overmaat van ramp hoorden we een stem in het gebouw achter ons.
Na ettelijke minuten hoorden we de motor starten, en reed de camionette inderdaad terug. En ik opnieuw van de ene naar de andere kant rollen om uit zicht te blijven.
Nog even later vond ik het welletjes en stond ik recht om terug te gaan, tot ineens de fluisterende maar beslissende stem van Christophe me kordaat aanmaande om dat niet te doen: "Schatti! Stop!"
Ik dook terug in de struiken - die naar mijn goesting veel te veel lawaai maakten - en zag net op dat moment iemand op de fiets passeren.
Het verbaast me nog altijd dat hij niet op of om heeft gekeken, want echt subtiel waren we de laatste seconden niet geweest.
We spitsten onze oren, maar hoorden niemand meer, behalve die generator (of whatever het was). Snel-snel staken we het wegje over, en bevonden ons aan de linkerkant van het gebouw. Wat nu gedaan? Op die manier konden we onmogelijk binnen. Ik besloot om over het nabije muurtje te klimmen om verderop, via het voormalige skatepark ernaast, een ingang te zoeken, maar het muurtje liep door en ik zag geen mogelijkheid om er gemakkelijk terug over te geraken verderop. Terug dan maar. Klimmen. Uitblazen. Discussie. Terugkeren? Toch proberen? Het werd de eerste optie. Te riskant om nu nog te proberen een ingang te zoeken.
We liepen terug, maar dan zag ik toch een open deur aan de voorkant waar we snel konden binnenglippen.
We gingen op zoek naar het lab, maar dit bleek helaas de lege doos der twee "mogelijke" gebouwtjes te zijn. En néé, het andere lag te veel "open" om er nu een ingang te zoeken.
Dus we keerden op onze stappen terug naar de poort. Die toe bleek te zijn. Shit!
Moesten we dan echt over het hekken klimmen, op klaarlichte dag langs een drukke weg? Het leek ons de enige optie, na tien minuten zoeken en denken over een andere, meer subtiele mogelijkheid: rechts van ons was ook een hekken tussen het groen, die ons scheidde van het domein waar wél een hek langs de straatkant open was.
Tot ik een geniale inval kreeg: die poort léék wel toe, maar was dat ook zo? Remember: je mag er nooit zomaar vanuit gaan dat iets toe is, totdat je het ook effectief geprobeerd hebt.
En ja hoor, tot onze grote opluchting ging ze gewoon open... belachelijk simpel eigenlijk.
We besloten vanavond alsnog terug te keren, als de kans op activiteit op het domein een stuk kleiner was.
Intussen zouden we Teufelsberg, het voormalige afluisterstation, nog eens proberen. En zo stonden we een halfuur later weer op de parking, klaar om opnieuw de berg op te wandelen. Het zag er eigenlijk niet goed uit, aangezien we tijdens ons middagmaal een camionette hadden zien oprijden, en niet terug zien keren. Maar alle, wie niet waagt, niet wint. Dus wij weer bergop. We namen een "afkorting" door het bos, en bovenaan gekomen hoorden we... stemmen. Wat gedaan? We zagen iemand aan de open poort zitten, een soort securityman, en het zag er niet naar uit dat die gauw zou weggaan.
Er zat niets anders op dan ons te vertonen, en vriendelijk te vragen of we mochten fotograferen. En het antwoord was duidelijk: "Es tut mir leid, aber..."
de rest kun je wel raden zeker. En dus stonden we tien minuten later terug aan de auto. Depressief. Zou niets ons dan nog lukken? En dit was bovendien al de tweede poging!
We kwamen overeen om terug naar huis te rijden om wat te bekomen van de spanningen en teleurstellingen (en de beentjes zijn nog altijd moe van de kilometers gangen de voorbije dagen).
Maar het chemie lab, dat móesten en zouden we zien.
Dus na een koekje, wat rust en een versterkende zwiebelsuppe trokken we opnieuw onze stoute schoenen aan en stuurden de gps terug richting Berlijn. Behoorlijk zenuwachtig was ik wel. Zou de poort open zijn? Zouden er mensen aanwezig zijn? Ook de wilde verhalen (fotografen die er vorig jaar zouden bedreigd zijn met een wapen, waarna ze de politie belden die de misdadigers kwam oppakken / security / een hond) die ik had gehoord over die locatie stelden me niet echt gerust.
Opnieuw glipten we binnen langs een poort, maar deze keer die van het voormalige skatepark ernaast. Nu móesten we wel over het muurtje klimmen, maar ik wist dat het kon dus dat was geen probleem.
Voorzichtig, de ogen open en de oren gespitst, probeerden we nu tot bij het andere gebouwtje te raken. Niemand te zien of te horen. Een trapje naar de kelder. Een open deur. Zaklamp. Onze weg zoeken in de donkere kelder. Weer een deur. Een trap naar boven. Zou het... ?
Yes! Het chemie lab! Blijdschap! Mooi, mooi.
Fototoestel boven halen, statief opstellen, en shooten maar. Blij als een kind in een pretpark.
Maar na een klein uurtje zag ik opeens mensen voorbij het raam wandelen. "Shit! Mensen!" fluisterde ik, en ik bukte me. Mijn statief stond helaas nog heel hoog opgesteld, en ik had één van de twee duidelijk mijn kant zien opkijken. Onze hartslag ging weer pijlsnel de hoogte in. Onze oren spitsten. Daarna niets meer. Ze hadden ons niet gezien. En dus fotografeerden we er weer lustig op los, tot de zon te laag zat en we honger begonnen te krijgen. Inpakken & wegwezen! Gelukkig konden we dezelfde weg terug nemen, en de poort stond nog altijd open.
Mission accomplished!
Uitgehongerd maar gelukkig bezondigden we ons aan (veel te dure) chips & cola uit het nabijgelegen tankstation, om daarna naar huis ons potje te koken, te douchen, onze avonturen uit te typen en nu... te gaan slapen.
Morgen doen we het kalmpjes aan in Beelitz.
Na een drietal kwartier rijden kwamen we aan. We zagen al meteen een open poort, die toegang bood tot het het domein, langsheen andere, niet-interessante, verlaten gebouwen.
Het lag langs een drukke straat, tegenover een winkelcomplex, maar in feite is het gewoon kwestie van "zo gewoon mogelijk" naar binnen te gaan. Niemand die het verdacht vindt, laat staan erop let.
Even verderop kwamen ons doel in zicht, maar opeens hoorden we achter ons, van achter de hoek, een auto oprijden. Zo snel als we konden sprongen we in de struiken, en gelukkig dat er struiken waren!
We maakten ons zo klein mogelijk terwijl de camionette de hoek omdraaide, waardoor we ons ook ietwat moesten verplaatsen om uit zicht te blijven.
In ons blikveld, quasi vlakbij ons, hield de witte camionette halt. Ook onze adem stokte - had hij iets gezien?
Maar nee, hij reed na enkele seconden - die wel uren leken te duren - gewoon voort. We konden opnieuw ademhalen. Luisteren. Even verderop bleef iets actief geluid maken - was het de motor van de camionette, of het geluid (generator of zo) dat we daarnet al hoorden?
We wachtten in spanning af, nog altijd verdoken tussen de struiken. Als we wilden, konden we nu ongezien vluchten, als de camionette niet terugreed tenminste. Tot overmaat van ramp hoorden we een stem in het gebouw achter ons.
Na ettelijke minuten hoorden we de motor starten, en reed de camionette inderdaad terug. En ik opnieuw van de ene naar de andere kant rollen om uit zicht te blijven.
Nog even later vond ik het welletjes en stond ik recht om terug te gaan, tot ineens de fluisterende maar beslissende stem van Christophe me kordaat aanmaande om dat niet te doen: "Schatti! Stop!"
Ik dook terug in de struiken - die naar mijn goesting veel te veel lawaai maakten - en zag net op dat moment iemand op de fiets passeren.
Het verbaast me nog altijd dat hij niet op of om heeft gekeken, want echt subtiel waren we de laatste seconden niet geweest.
We spitsten onze oren, maar hoorden niemand meer, behalve die generator (of whatever het was). Snel-snel staken we het wegje over, en bevonden ons aan de linkerkant van het gebouw. Wat nu gedaan? Op die manier konden we onmogelijk binnen. Ik besloot om over het nabije muurtje te klimmen om verderop, via het voormalige skatepark ernaast, een ingang te zoeken, maar het muurtje liep door en ik zag geen mogelijkheid om er gemakkelijk terug over te geraken verderop. Terug dan maar. Klimmen. Uitblazen. Discussie. Terugkeren? Toch proberen? Het werd de eerste optie. Te riskant om nu nog te proberen een ingang te zoeken.
We liepen terug, maar dan zag ik toch een open deur aan de voorkant waar we snel konden binnenglippen.
We gingen op zoek naar het lab, maar dit bleek helaas de lege doos der twee "mogelijke" gebouwtjes te zijn. En néé, het andere lag te veel "open" om er nu een ingang te zoeken.
Dus we keerden op onze stappen terug naar de poort. Die toe bleek te zijn. Shit!
Moesten we dan echt over het hekken klimmen, op klaarlichte dag langs een drukke weg? Het leek ons de enige optie, na tien minuten zoeken en denken over een andere, meer subtiele mogelijkheid: rechts van ons was ook een hekken tussen het groen, die ons scheidde van het domein waar wél een hek langs de straatkant open was.
Tot ik een geniale inval kreeg: die poort léék wel toe, maar was dat ook zo? Remember: je mag er nooit zomaar vanuit gaan dat iets toe is, totdat je het ook effectief geprobeerd hebt.
En ja hoor, tot onze grote opluchting ging ze gewoon open... belachelijk simpel eigenlijk.
We besloten vanavond alsnog terug te keren, als de kans op activiteit op het domein een stuk kleiner was.
Intussen zouden we Teufelsberg, het voormalige afluisterstation, nog eens proberen. En zo stonden we een halfuur later weer op de parking, klaar om opnieuw de berg op te wandelen. Het zag er eigenlijk niet goed uit, aangezien we tijdens ons middagmaal een camionette hadden zien oprijden, en niet terug zien keren. Maar alle, wie niet waagt, niet wint. Dus wij weer bergop. We namen een "afkorting" door het bos, en bovenaan gekomen hoorden we... stemmen. Wat gedaan? We zagen iemand aan de open poort zitten, een soort securityman, en het zag er niet naar uit dat die gauw zou weggaan.
Er zat niets anders op dan ons te vertonen, en vriendelijk te vragen of we mochten fotograferen. En het antwoord was duidelijk: "Es tut mir leid, aber..."
de rest kun je wel raden zeker. En dus stonden we tien minuten later terug aan de auto. Depressief. Zou niets ons dan nog lukken? En dit was bovendien al de tweede poging!
We kwamen overeen om terug naar huis te rijden om wat te bekomen van de spanningen en teleurstellingen (en de beentjes zijn nog altijd moe van de kilometers gangen de voorbije dagen).
Maar het chemie lab, dat móesten en zouden we zien.
Dus na een koekje, wat rust en een versterkende zwiebelsuppe trokken we opnieuw onze stoute schoenen aan en stuurden de gps terug richting Berlijn. Behoorlijk zenuwachtig was ik wel. Zou de poort open zijn? Zouden er mensen aanwezig zijn? Ook de wilde verhalen (fotografen die er vorig jaar zouden bedreigd zijn met een wapen, waarna ze de politie belden die de misdadigers kwam oppakken / security / een hond) die ik had gehoord over die locatie stelden me niet echt gerust.
Opnieuw glipten we binnen langs een poort, maar deze keer die van het voormalige skatepark ernaast. Nu móesten we wel over het muurtje klimmen, maar ik wist dat het kon dus dat was geen probleem.
Voorzichtig, de ogen open en de oren gespitst, probeerden we nu tot bij het andere gebouwtje te raken. Niemand te zien of te horen. Een trapje naar de kelder. Een open deur. Zaklamp. Onze weg zoeken in de donkere kelder. Weer een deur. Een trap naar boven. Zou het... ?
Yes! Het chemie lab! Blijdschap! Mooi, mooi.
Fototoestel boven halen, statief opstellen, en shooten maar. Blij als een kind in een pretpark.
Maar na een klein uurtje zag ik opeens mensen voorbij het raam wandelen. "Shit! Mensen!" fluisterde ik, en ik bukte me. Mijn statief stond helaas nog heel hoog opgesteld, en ik had één van de twee duidelijk mijn kant zien opkijken. Onze hartslag ging weer pijlsnel de hoogte in. Onze oren spitsten. Daarna niets meer. Ze hadden ons niet gezien. En dus fotografeerden we er weer lustig op los, tot de zon te laag zat en we honger begonnen te krijgen. Inpakken & wegwezen! Gelukkig konden we dezelfde weg terug nemen, en de poort stond nog altijd open.
Mission accomplished!
Uitgehongerd maar gelukkig bezondigden we ons aan (veel te dure) chips & cola uit het nabijgelegen tankstation, om daarna naar huis ons potje te koken, te douchen, onze avonturen uit te typen en nu... te gaan slapen.
Morgen doen we het kalmpjes aan in Beelitz.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten