8u. per dag in een kunstmatig gechauffeerde ruimte van 25° in het misselijkmakende aroma van frezenchicletten, crashende computers (jawel, zelfs de 'nieuwe' harddisk zag het op een avond niet meer zitten), zagende klanten en bazen en ouders, 's avonds met kleine oogjes fotootjes organiseren en inplakken: ja, het was hoog tijd lichaam en geest eens te laten uitwaaien en opfrissen.
De uitnodiging van Hilde voor een dagje zee inclusief kindjes en strakke noordoostenwind heb ik dan ook met beide armen ontvangen en zo zat ik zaterdagnamiddag een beetje te reizen (op de trein, dus).
Zo treinen, daar word ik altijd een beetje weemoedig van. Of het nu 's ochtends naar een opleiding in Brussel, 's middags naar de zee of 's avonds naar Opwijk is; of het nu een helderige zomerdag, druiligere herfstdag of ijskoude winterdag is: het dromerige gevoel overvalt me telkens weer. Vooral wanneer er een passend muziekje op m'n mp3-speler speelt. Ik ben nogal fan van passende muziekjes: ze maken de sfeer dubbel zo sterk. Dan fantaseer ik over waar al die rare mensen toch vandaan komen en naartoe gaan, en wat er in die kantoorgebouwen, huizen en buitenwijken gebeurt, ja, ál die mensen: wie zijn ze, wat doen ze?
Dankzij 'Wordt gevolgd' in Man Bijt Hond wordt er een tipje van die sluier opgelicht en wat je dan ziet, is soms op het 'In de gloria'-hilarische af: mannen bovenop koppige ezels, tienertrutjes die voetbalregels instuderen omdat hun vriendje voetbalt, stoute jongeren op het matje bij mijnheer de directeur (ja meneer, nee meneer), vrouwen op een cursus pelsbewerking, meisjes die voor school exact de 8 stappen om de SIM-kaart van een gsm uit te halen van buiten moeten leren, madamkes op een hoeden-pas-kransje-met-champagne, mensen die minstens 10 keer op een dag bidden, engazomaardoor. Ja, je komt wat tegen, je zou je nog beginnen afvragen hoe ze het soms verzinnen, maar het is allemaal écht.
Zo echt was ook de koude die ons in de greep had bij het betreden van het appartement. Een wéreld van verschil met mijn 'werkruimte', maar het was toch ook niet helemaal je dat. Alleen de verbeten en vergeefse zoektocht naar beddengoed deed onze lichaamstemperatuur een graadje stijgen. En de Mayeurlaanse helplijn was er heilig van overtuigd dat het er wél lag. In zo'n appartementje kan een vuilniszak beddengoed toch onmogelijk spoorloos raken? En welke tjoetie heeft de wetmatigheid uitgevonden dat je altijd iets terugvindt op de laatste plaats dat je zoekt??? Moest je nu eens op voorhand weten welke plaats het laatste komt, dat zou het leven al heel wat vergemakkelijken.
In ieder geval was na een poosje met drieën zoeken het bewijs van de wetmatigheid geleverd (door ikke!). Bleek dat Geert 'm al had zien liggen, ja zelfs vastgenomen, maar meneer vond het 'nogal zwaar' om beddengoed te wezen.
Na mijn gastvrouw en -heer te hebben ingewijd in de Carcassonnologie, ben ik mij gaan verwarmen in mijn verloren gewaande beddengoed, maar niet zonder eerst een gebedje aan Sint Antonius. Ne fijne gast zulle (voor het eerst leren kennen in oma's keuken), helaas soms een beetje traag.
vrijdag, maart 03, 2006
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten